Tijdens de bijeenkomst met onze thuiscrèches op 22 mei hebben wij, samen met de aanwezige gastouders, gesproken over jaloezie.
Jaloezie is een emotie die net als blijdschap, angst, boosheid en verdriet onlosmakelijk met ons mens-zijn verbonden is en bestaat uit 2 algemene gevoelens:
- De angst om iets dat of iemand die heel dierbaar is te verliezen
- De boosheid/agressie om dat object of die persoon te behouden of te veroveren.
Ieder kind is weleens jaloers en dat is op zich geen probleem. Op een gegeven moment zijn kinderen bewuster van wat een ander heeft of kan en dat hoort erbij. Kinderen die vaak jaloers zijn, voelen zich hier rot bij. Hier hebben kinderen de hulp van hun ouders nodig. (Overmatige) jaloezie komt veelal voort uit onzekerheid.
Rationele en irrationele jaloezie
Wat is het verschil? Hiervoor is het onderscheid gemaakt door de Amerikaanse gedragstherapeut Albert Ellis erg bruikbaar.
Rationele jaloezie is het gevoel dat optreedt als er daadwerkelijk redenen zijn om jaloers te worden (bijvoorbeeld als een ander er met de credits van jouw werk vandoor gaat).
Irrationele jaloezie wordt gevoed door onzekerheid en angst. Je denkt dat er iets gaat gebeuren, zonder dat daar directe aanleiding toe is.
Jaloezie als drijfveer
Jaloezie wordt vaak gezien als een slechte eigenschap. Tot hoeft niet perse zo te zijn. Jaloeziegevoelens zijn onvermijdelijk en horen nou eenmaal bij ons complexe gevoelsleven. Het wil helemaal niet zeggen dat er niets positiefs uit voort kan komen. Jaloezie kan je prikkelen om zaken beter te doen door lering uit het verleden te trekken en verbeteringen in je leven aan te brengen.
Het is gebleken dat kinderen met een lager gevoel van eigenwaarde, ook vaker jaloerse gevoelens ervaren dan kinderen met een goed gevoel van eigenwaarde. Het is dan ook belangrijk een kind niet te straffen voor jaloers gedrag of gevoelens. Door straf te geven krijgen kinderen vaak een lager gevoel van eigenwaarde en kan het probleem in stand gehouden worden.
Jaloezie hoort bij ontwikkeling
Dat een peuter het speelgoed van een ander afpakt of gaat huilen wanneer een ander kind een spekkie heeft, daar kijken we niet zo vreemd van op. De meeste ouders zullen hier iets van zeggen, maar de gevoelens van het kind best begrijpen.
Tot een jaar of 4 zijn kinderen nog erg op zichzelf gericht en hebben er moeite mee zich in een ander te verplaatsten. Een ander kind iets gunnen is dan ook lastig voor een peuter en kan dus leiden tot gevoelens van jaloezie. Kinderen tot 4 jaar kijken vooral naar “wat heb ik”.
Vanaf ongeveer 5 jaar gaan kinderen ook kijken naar wat anderen hebben en andere kinderen ook dingen gunnen, maar wel vanuit het idee “iedereen heeft evenveel”. Het kind gunt een ander kind dus wel zijn koekje, als hij/zij zelf ook maar iets lekkers heeft.
Vanaf een jaar of 7 lukt het kinderen steeds beter zich in te leven in de gevoelens van anderen en zijn meer in staat een ander iets te gunnen, ook als hij/zij dit zelf niet heeft. Vanaf deze leeftijd wordt er al iets meer gekeken naar “wat iemand verdient”. Het kind begrijpt waarom hij/zij iets niet krijgt, terwijl een klasgenootje iets krijgt omdat hij/zij zijn/haar arm heeft bezeerd of de juf heeft geholpen.
Toch blijft jaloezie ook op deze leeftijd een lastig te begrijpen emotie voor een kind. Gevoelens als verdriet, boosheid of angst zijn duidelijk. Bij jaloezie komen meerdere emoties samen, zoals verdriet over wat het kind niet heeft, boosheid over wat een ander heeft en angst dat een ander liever gevonden wordt. Dit maakt het een complexe emotie waar kinderen niet altijd goed raad mee weten.
Naarmate kinderen wat ouder worden, leren ze steeds beter onderscheid te maken tussen het eigen denken en het denken van een ander. Dus ook tussen hun eigen gevoelens en die van een ander. Langzaam maar zeker leren ze begrip op te brengen voor anderen.
Vanaf een jaar of 8 kan een kind zich voorstellen hoe een ander iets beleefd en dat dit niet altijd synchroon loopt met zijn eigen beleving. Ondanks dit feit speelt jaloezie niet zelden een rol in de verhoudingen binnen een gezin (of gastgezin). Helemaal lastig wordt het als de jaloezie chronische vormen aanneemt. Er zijn kinderen die zich heel snel tekort gedaan voelen.
Ietsiepietsie meer limonade in het glas van de ander of het feit dat de ander net zo laat naar bed gaat kan de ander al tot razernij brengen.
Veel interacties tussen broers en zussen gaan met conflicten gepaard. Hierbij speelt agressie ook vaak een rol. Veel ouders maken zich hier zorgen over, terwijl dit gedrag toch een volkomen normaal ontwikkelingsfenomeen is. Bijna altijd is jaloezie het motief. Hoewel het geen fraaie eigenschap is, heeft het wel een nuttige functie. Een kind leert er sociale groepsregels door en leert bovendien voor zichzelf opkomen. Ook merkt hij/zij dat zijn rechten en privileges gelijkwaardig zijn aan die van de anderen binnen het gezin. Geleidelijk aan groeit een kind zo uit tot een evenwichtig mens. Al gaat dat soms dus met het nodige gebakkelei gepaard.