Geschreven door Thuis Crèche Sandra Leytens
Het is vrijdag en al Kiki zijn vrienden zijn andere dingen aan het doen. Kiki zucht en zit in het gras. Hij staart naar de rand van het bos tot hij een beweging ziet.
“Wat is dat?” mompelt hij tegen zichzelf: “is dat een …muisje? of een egel?”. “Nee dat kan niet” denkt hij bij zichzelf. Hij dacht een vlaag van rood et zien. Het was ook weg voor hij echt kon zien wat het was. Hij krabt zich even achter zijn oor, haalt zijn schouders op. “Misschien heb ik het me wel verbeeld” ..
Het zonnetje schijnt heerlijk op zijn bolletje als hij weer een beweging ziet! “Dat kan niet!” hij roept het nu bijna hardop. Hij staat op en sluipt in de richting waar de beweging vandaan kwam. Hij hurkt voor de rand van Bos en zit dan bijna oog in oog met een kaboutermeisje.
Ze schrikken beiden zo hard dat ze achterover tuimelen. “Wie..wie.. wie ben jij?” vraagt Kiki. Het kaboutermeisje bibbert en vraagt met een zacht piepstemmetje: “Ga jij mij opeten?”
Kiki moet heel hard lachen en schud zijn hoofd: “nee hoor, ik lust geen kabouters. Ik ben beertje Kiki”.
Het meisje kijkt hem aan en haalt opgelucht adem: “Gelukkig maar! Ik heet Pipolette”
Kiki kijkt naar de meisjeskabouter. “Zijn er meer kabouters?”
Pipolette knikt “Ja hoor er zijn nog meer kabouters, wil je ze zien?”
Kiki knikt “Maar ik ben wel wat groot”
Pipolette kijkt eens aandachtig naar Kiki.. Ze bijt op haar onderlip terwijl ze nadenkt “ah! wacht! Doe je ogen eens dicht”.
Hij kijkt haar wat vreemd aan. “doe nouhou!” zegt ze, “dan val je in slaap en als je dan wakker word, ben je kleiner”.
Kiki begrijpt er niks van, maar doet uiteindelijk wat ze zegt. Wat hij niet weet is dat kabouters ook een beetje kunnen toveren. Kiki voelt hoe hij langzaam in slaap valt.
Een tijdje later word Kiki wakker en ziet ineens hele grote rare bomen naast hem.. Hij schrikt. Kijkt om zich heen en ziet dan een meisje van zijn grootte naast hem staan. Ze draagt een rood puntmutsje. “Pipolette?”
Het meisje knikt en wenkt hem. Hij wrijft de slaap uit de ogen en staat op om haar te volgen. Ze lopen door het gras-bos. Alles ziet er zo anders uit. Kiki kijkt zijn ogen uit.. “bzzzz…watzzzz ..izzz.. datzzzz” vraagt een vlieg aan Pipolette. Pipolette legt uit dat dit Kiki is en dat ze hem meeneemt naar het kabouterdorp. Kiki kijkt zo raar naar Pipolette dat ze begint te lachen. “we kunnen met de dieren praten,” legt ze hem uit. “En omdat jij nu ook zo klein bent, kan jij dat ook”. Kiki snapt er niks meer van. Maar vind het wel grappig.
Na een poosje gelopen te hebben komen ze bij een groepje rood, witte paddenstoelen aan. Pipolette draait zich om naar Kiki. “Dit zijn de huisjes van mij en mijn vriendjes. ” Kiki kijkt zijn ogen uit. Ze blijven stil staan en zien dan één voor één kaboutermutsjes tevoorschijn komen.
“dit is mijn vriendje Kiki,” legt Pipolette uit aan de andere kabouters. Bric en Lutin kijken naar Kiki. “jij bent een rare kabouter, ” zegt Bric. Kiki lacht “ik ben geen kabouter, ik ben een beer!”Bric haalt zijn schouders op en schud zijn hoofd. Lutin vraagt aan Kiki of hij blijft eten. Nou daar voelt Kiki wel wat voor. Hij speelt, praat en lacht met de kabouters. Hij heeft heel veel plezier. Tot, hij moe wordt. Zijn ogen worden zwaar, hij valt in slaap terwijl hij tegen een boom aan rust.
Langzaam word hij weer wakkker. Hij wrijft in zijn ogen.. Kijkt om zich heen en herinnert zich dan de kabouters, hij ziet niemand. Als hij naar beneden kijkt, ziet hij een paddestoel; Rood met witte stippen. Maar geen kabouter. Was het dan allemaal niet echt?
[/fusion_builder_column] [/fusion_builder_column] [/fusion_builder_column] [/fusion_builder_column][/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]